Oct 042017

‘Zeg eens Kaas.’
‘Kaas.’
Zeg eens Ka.’
‘Ka.’
‘Zeg eens Mer.’
‘Mer.’
‘En dan nu Kamer.’
‘Bamer.’
Dochter R. was al 4 jaar, maar nog steeds moeilijk te verstaan. Afijn, de logopedist zou er wel raad mee weten.

‘Zeg maar dat we spelletjes gaan doen’, had de logopedist geantwoord op de vraag hoe ik dochter R. het beste kon voorbereiden op de therapie. Spelletjes werden het. We leerden tennissen met bellenblaasnetjes van bellenblaaspotjes en de zeepbellen die we ermee bliezen. En wedstrijdjes pingpongballen-in-een-doel-van-bellenblaaspotjes-blazen-met-een-rietje.

Dochter R. mocht met een rietje in haar glas limonade zoveel mogelijk bubbels maken. Sowieso mocht ze veel uit een rietje drinken. En we moesten vooral veel ijsjes eten om daarna met het ijsstokje en onze tong te spelen. Kortom, rietjes, pingpongballetjes, ijsstokjes en bellenblaas hadden voortaan een hele andere betekenis in ons gezin.

Maar… de logopedist had nog meer in petto: ‘Houdt R. van zingen?’
‘Nou en of. Ik hoor het zelf niet meer, maar waar we ook zijn, er is altijd wel iemand die me erop wijst dat “ze zo lekker aan het zingen is”.’
Dat kwam goed uit, want het zou haar helpen als ze liedjes ging neuriën met haar mond gesloten om de ‘M’ te oefenen en zou lala’en om zo de ‘L’ te leren.

Eenmaal thuis ging dat oefenen ongeveer zo: ‘Dat is raar, mama!’ Voor me stond een kleuter met haar armen over elkaar en een boze blik in haar ogen zodra ik voorstelde om een keer anders te zingen. R. slaakte daarop nog een diepe zucht en zei dan: ‘Ik bepaal zelf jel hoe ik een hiedje zing.’ En daar kon ik het mee doen.

Maar ik hield de moed erin en zette op allerlei momenten liedjes mmm’end en lala’end in. En mijn kleuter ging er niet minder boos om kijken. Totdat ik een ingeving kreeg. Ik pakte mijn telefoon om op YouTube “Bert & Ernie lalala” in te typen en selecteerde een van de eerste liedjes in de zoekresultaten. Ik zette het geluid van mijn telefoon aan, zong hardop mee en had de interesse van mijn kleuter.

En zo kwam het, dat ik 35 jaar nadat ik zelf de langspeelplaat grijs draaide, ik weer luidkeels ‘la la la linoleum’ met Bert mee blèrde. Dit keer met een telefoon in mijn handen, want: “Wat is dan een plaat, mama?”

Inmiddels zingen we Bert en Ernie als we op de fiets zitten, aan het knutselen zijn en wanneer we maar willen. Binnenkort de ‘W’. Ik denk dat ik alvast maar Kinderen voor Kinderen introduceer met “Ik heb zo wa, wa, wa, waanzinnig gedroomd”. Misschien dat ik de truc kan herhalen ;).

Bert & Ernie Lalala:

De echte kenners zullen horen dat dit niet de versie is die op de langspeelplaat staat:

Sorry, the comment form is closed at this time.